Een “verslagje” van de Grand Raid Nisramont van Martin Kroes waar hij samen met Jan van den Bossche vorig weekend aan heeft deelgenomen:
Een week van tevoren kreeg ik van Jan de vraag of ik op 26 maart voor zijn geblesseerde teammaatje kon invallen in de Grand Raid Nisramont. Ik zou op diezelfde dag eigenlijk al de halve marathon in Zandvoort lopen. Maar een mtb-race in de Ardennen klonk een stuk aantrekkelijker! En bovendien paste een mtb-race beter in mijn schema richting de Belgian Mountainbike Challenge waar ik in het tweede weekend van mei aan meedoe. Op die vraag of ik kon invallen, antwoorde ik dus direct met “graag!” Wist ik veel dat die Grand Raid iets meer is dan alleen mountainbiken… Na de website maar eens bezocht te hebben, kwam ik erachter wat de Grand Raid Nisramont inhield. Achtereenvolgens: 4km kajak – 24km mtb – 7km trailrun – 14km mtb – 4km run/bike. En dat met de nodige hoogtemeters. Ach ja… moest op zich wel te doen zijn, was mijn eerste gedachte. Mountainbike-kilometers maak ik genoeg maar dat trailrunnen??? Dat doe ik af en toe in de Nederlandse bossen maar de Ardennen zijn natuurlijk wel een stukske grilliger. Puntje van aandacht!
De zaterdag voor de Grand Raid deed ik onder begeleiding van Jan, die omgeving op zijn duimpje kent, een parcoursverkenning op de mtb. We reden alvast de meest technische afdalingen en kwamen per ongeluk met de mtb op het trailrunparcours terecht. Dat was even flink klauteren over omgevallen bomen, rotsblokken en andere lastige passages. Maar wat is het supergaaf om door de Belgische bossen te rossen! We zouden nog even langs de Ourthe richting het stuwmeer rijden om te bekijken waar het kajak-onderdeel zou plaatsvinden. Dat lijntje op de GPS van Jan bleek niet bepaald geschikt te zijn voor mtb-ers… Hoe verder we geraakten, hoe vaker we van de mtb af moesten vanwege onbegaanbare passages. Toen we op een gegeven moment met de mtb op de rug langs een rotswand liepen waaraan zekeringspunten voor rotsklimmers waren bevestigd, besloten we dat we maar beter konden omkeren… Nu weten mijn trainingsmaatjes waar al die beschadigingen op mijn benen door veroorzaakt zijn waarmee ik daags na de Grand Raid op de hardlooptraining verscheen.
Goed, zondagochtend mochten we dan starten met het kajak-onderdeel. Daar hadden we allebei niet al te veel ervaring mee en met een temperatuur net boven het vriespunt was het dan ook vooral een kwestie van goed naar andere deelnemers kijken voor de juiste kledingkeuze. Het voorjaarszonnetje maakte veel goed aan en tijdens het proefrondje in de kajak bleek al snel dat het best lekker was op het water. Direct bij de start was het direct dringen geblazen. Eigenlijk een beetje vergelijkbaar met de wasmachine waar je tijdens het zwemonderdeel bij een triatlon in terecht komt. Door hier en daar een “geraffineerd” duwtje met de peddel uit te delen, lagen we de eerste paar honderd meter best goed in het deelnemersveld. Het kajakken verliep verder prima. We kwamen niet bepaald als eerste het water uit maar ook zeker niet als laatste.
We wisselden rap naar de mtb en al snel raapten we het ene na het andere duo op. Het deelnemersveld bestond uit een groot deel uit triatleten en dat zie je snel terug op de technische passages. De asfaltvreters hebben de nodige moeite om fietsend lastige afdalingen af te komen en daar konden wij wat winst pakken. Ik maakte mij alleen wel zorgen om mijn lage hartslag. Gevolg van de dag ervoor iets te enthousiast geweest te zijn met de parcoursverkenning? Op zich voelden de benen prima tijdens het klimmen maar toch…
Na de wissel naar de trailrun, voelde ik al snel een lichte verzuring in de benen.
Op het moment dat het klimmen overging in dalen, schoot voor het eerst kramp in mijn bovenbenen. Shi…! Die werd zo heftig dat ik op de laatste, lastige klimkilometers over bomen en rotsen soms moest gaan wandelen. Vreemd genoeg werden we maar door één duo voorbij gelopen en achter mij zag ik dat ik niet de enige was die moest gaan wandelen. Oke… zo beschamend was het dus ook weer niet.
Goed, weer terug wisselen naar de mtb. Geen last meer van kramp maar echt lekker voelde niet. Ergens halverwege vroeg Jan mij of hij mij mocht duwen. Natuurlijk Jan! Graag zelfs! Zeker met de gedachte dat de gedoodverfde Muur Van Borzée nog moest komen. Alleen de allersterksten komen daar fietsend omhoog. Ogenschijnlijk zonder moeite trapte Jan de Muur op met als gevolg dat hij boven lekker op adem kon komen terwijl hij op mij wachtte.
Weer terug in de wisselzone wachtte mij de uitdaging om mijn loopschoenen weer aan te trekken. Op het moment dat ik mij bukte, schoot er een joekel van een kramp in mijn benen. Ik was niet de enige, naast mij zat iemand met een wit koppie en niet meer in staat om te communiceren. Uiteindelijk kreeg ik met de nodige kunstgrepen mijn schoenen aan en rende richting Jan die al met de mtb buiten de wisselzone stond te wachten. Nu nog 4 km run/bike te gaan. Spelregel is dat je als duo één mtb mag gebruiken en gezamenlijk met die mtb over de finish moet komen. Onderweg mag je zo vaak wisselen als je wilt. Tijdens de race hadden wij onze tactiek besproken; Jan zou starten met de eerste 2 km klimmen, ik zou hem een stuk voorbij fietsen en verderop de mtb in de berm gooien en vervolgens direct verder lopen. Vervolgens zou Jan de mtb oppikken, mij voorbij fietsen, mtb in de berm gooien en verder lopen etc. etc. Puntje was dat Jan op die eerste 2 km klim met een heel erg gemeen stijgingspercentage zo hard omhoog racete (3:40min/km), dat ik hem niet kon bijhouden! Hij knalde alles en iedereen voorbij. Wauw! Onze “jojo”tactiek werd duidelijk niet door iedereen toegepast. De meeste duo’s bleven bij elkaar zodat de snelheid van de loper bepalend is.
Uiteindelijk kwamen we als 38e duo over de finish in een veld van ongeveer 250 deelnemers. Lang niet slecht met het idee dat ik al halverwege last had van knetterende krampen. Deze vorm van mtb combineren met andere disciplines is wel supertof. De volgende keer zal ik alleen iets beter voorbereid aan de start staan!